Behandeling bij chronische schouder klachten

De basis van de schoudertherapie is bewegen binnen de pijngrens. Elke beweging buiten de pijngrens kan schade geven, echter wat die pijngrens is, dat verschilt per persoon, zeker als er altijd pijn is. De pijngrens is echter uit te tekenen. De grenzen hiervan zijn:

  • Exorotatie (het naar buiten draaien van de schouder) totdat de hand ongeveer op schouderbreedte zit. Wat dan buiten die grens valt, is bijvoorbeeld: het reiken naar ordners, in de auto met je arm op de (passagiers-)leuning of het parkeerkaartje pakken.
  • De bovengrens is de beweging boven schouderniveau (zowel naar voren als naar de zijkant) zeker bij het gecombineerd overschrijden van de grenzen (zoals exorotatie boven schouderniveau, een gangbare beweging van stukadoors en ramenwassende schoonmakers of heel simpel met een hand onder je achterhoofd zitten). 
  • De achterste grens is elke tillende beweging verder van de romp dan ongeveer de diepte van de onderarm (zoals bijvoorbeeld kapsters de gehele dag doen).
Stelt u zich eens een "virtueel hokje" voor, waarin de bewegings grenzen zitten. Het grenzen zijn dan de breedte van de schouders, ongeveer schouderhoogte en de onderarm diepte. Buiten dit "virtuele hokje" maakt u opnieuw schade, binnen dit hokje daarentegen heet elke beweging training (mits niet te lang of te zwaar). Elke schade die gemaakt wordt moet gerepareerd worden, maar de reparatiecapaciteit is beperkt per dag:
  • maakt u méér schade dan u kunt repareren, dan gaat u achteruit.
  • maakt u (veel) minder schade, dan gaat u vooruit. 
Dat klinkt makkelijk, maar dat is het niet. Toch zien we mensen die dit advies strikt opvolgen vooruit gaan, ook als het al jaren niet lukte om vooruit te gaan! 
Uw schouderfysiotherapeut heeft zeker toegevoegde waarde, maar therapie werkt alleen als u de schouder niet meer kapot maakt.