Kijkoperatie van de knie - Arthroscopie

Een arthroscopie is een kijkoperatie van een gewricht. Bij een arthroscopie kunnen wij in een gewricht kijken met een klein soort telescoop waardoor de wondjes en het letsel aan het gewricht minimaal zijn.
Bij een arthroscopie kunnen we niet alleen kijken maar ook handelingen uitvoeren. Bijvoorbeeld aan de meniscus, het kraakbeen, het slijmvlies maar ook bij voorbeeld het vervangen van een kruisband.

Meniscusscheur

De meest voorkomende reden voor een kijkoperatie is een scheur in de meniscus. Door een trauma (ongelukje/misstap) kan er een scheurtje ontstaan in de meniscus. De knie kan pijnlijk zijn, meestal is er is vocht in de knie, de knie kan op slot gaan (blokkeren) of een instabiel gevoel geven. Op oudere leeftijd kunnen meniscusscheuren ook ontstaan zonder dat men zich een duidelijk trauma van de knie kan herinneren.

Tijdens de kijkoperatie wordt het kapotte stukje van de meniscus weg gehaald en de rand van de meniscus glad gemaakt zodat er geen flapjes meer tussen het gewricht kunnen komen.

Er wordt een zo groot mogelijk deel van de meniscus behouden, omdat verwijderen van de gehele meniscus tot vervroegde slijtage van het gewrichtskraakbeen (artrose) leidt.

Boven 50 jaar

Als u de leeftijd van 50 jaar bent gepasseerd zijn knieklachten niet alleen gebaseerd op een meniscusprobleem maar gaat dit vaak ook gepaard met wat slijtage van de knie (artrose). Omdat de meniscusscheur op deze leeftijd vaak een uiting is van een degeneratief proces dat ook het kraakbeen betreft en het verwijderen van (een deel van) de meniscus is dan ook zinloos en kan zelfs artrose bevorderend werken.

Uitzondering is wanneer de klacht alleen pijn betreft, maar de meniscusscheur ook slotklachten veroorzaakt.

Recent (Nederlands) onderzoek heeft uitgewezen dat arthroscopische behandeling van een dergelijk degeneratieve meniscusletsel niet beter is dan conservatieve behandeling. De Nederlandse Orthopedische Vereniging adviseert terughoudendheid met het stellen van de indicatie tot arthroscopie bij personen boven de 50 jaar en hetzelfde geldt voor gebruik van de MRI als diagnosticum; immers, de behandeling zal er niet door beïnvloed worden.

Verdoving

De kijkoperatie wordt bij voorkeur uitgevoerd met een ruggenprik (regionale anesthesie), soms onder narcose (algehele anesthesie). Bij de ruggenprik bent u ook in de gelegenheid om mee te kijken met de orthopedisch chirurg via een televisiescherm. Meekijken biedt u de mogelijkheid om meer inzicht te krijgen in de aard en ernst van de afwijking in uw knie en biedt de mogelijkheid tot overleg met de operateur tijdens de operatie.
Daarnaast heeft de ruggenprik voordeel dat alleen het onderlichaam tijdelijk verdoofd wordt (duur ongeveer 1 tot 3 uur). Misselijkheid komt daardoor een stuk minder voor.

Techniek

Met behulp van 2 of soms 3 steekgaatjes in de huid wordt arthroscoop (kijkbuisje of optiek) in de knie gebracht. Op de optiek is een kleine camera gemonteerd en een lichtbron zorgt voor het benodigde licht om alle structuren in de knie te kunnen zien. De orthopedisch chirurg kijkt op een Tv-scherm waarop het beeld van de knie verschijnt. De camera heeft een sterk "vergrotend" effect waardoor alle beelden groot en duidelijk worden weergegeven. Als u een ruggenprik heeft kunt u meekijken op de monitor (dit is uiteraard niet verplicht). Door het steekgaatje in de huid kan een tasthaakje ingebracht worden waarmee de structuren in de knie kunnen worden getest. Bovendien is het mogelijk om met kleine schaartjes, knippers of een shaver (soort scheerapparaatje met afzuigmechanisme) de beschadigde meniscus of beschadigt kraakbeen te verwijderen of glad te maken.

Aan het einde van de ingreep wordt de knie verbonden. Als het wondje bloedt of als door omstandigheden een wondje wat groter gemaakt moet worden, worden de wondjes gehecht. Daarover komt een drukverband.

Voorbereiding thuis
  • U huurt elleboogkrukken of een looprekje bij de thuiszorg.
  • U neemt de elleboogkrukken of het looprekje mee bij opname.
  • U blijft nuchter
  • Gebruik vanaf twee dagen voor de operatie geen bodylotion en op de dag van de operatie geen make-up en nagellak.
  • U mag het te opereren gebied niet scheren.
  • Draag geen sieraden of piercings.
  • Laat waardevolle spullen thuis.
  • U mag zelf niet autorijden na de operatie. Vraag of iemand u ophaalt.
De dag van de opname
Wat neemt u mee
  • Geldig identiteitsbewijs.
  • Actueel medicatieoverzicht, deze kunt u opvragen bij uw apotheek.
  • Goede stevige schoenen.
  • Wijde broek of rok.
  • Elleboogkrukken of een looprekje in overleg met de specialist.
Waar meldt u zich
Meld u aan bij de aanmeldzuil in de centrale hal van het ziekenhuis, na aanmelding kunt u direct plaats nemen in de aangegeven wachtruimte. Om u aan te melden, gebruikt u een geldig identiteitsbewijs (paspoort, rijbewijspas of identiteitskaart).
 
De afdeling
Op de afdeling aangekomen wijst de verpleegkundige u uw kamer en vult zij samen met u een vragenlijst in. De verpleegkundige vertelt u hoe de dag verder verloopt. U kunt vragen stellen als u iets niet duidelijk is.
 
Afspraak
U krijgt na de operatie een afspraak mee voor de poliklinische controle over zes tot acht weken bij de physician assistant of uw arts.
 
Naar huis
Na een arthroscopie in dagopname kunt u enkele uren na de ingreep weer naar huis. U mag niet zelf autorijden zolang u krukken gebruikt, vraag dus of iemand u op komt halen.
 
Nazorg thuis
Drukverband
Het drukverband dat na de operatie is aangelegd mag u de volgende dag zelf verwijderen. U brengt dan de elastische kous (de tubigrip) aan die u hebt meegekregen van de afdeling. De kous draagt u de eerste twee weken overdag. Leg bij zwelling uw been iets hoger in bed door bijvoorbeeld iets onder het voeteneinde van uw matras te leggen.
 
Pijnklachten
Na de arthroscopie blijft het gewricht soms een paar weken dik. Het gewrichtsslijmvlies is dan geïrriteerd. Bij pijn kunt u pijnstillers nemen (bijvoorbeeld paracetamol). U kunt ook een ijskompres gebruiken. U legt een vochtige doek op uw knie waarop u het ijskompres legt. Dit laat u 20 tot 30 minuten liggen. Na 1 uur mag u dit zo nodig herhalen. Kou heeft een verdovende werking.
 
Gebruik van elleboogkrukken Het wordt aangeraden om na de operatie minimaal twee tot drie dagen met krukken te lopen. Daarbij mag u het geopereerde been belasten, voor zover pijn en zwelling dit toelaten. Bij afname van de klachten bouwt u het gebruik van de krukken af. Dit doet u door een periode slechts één kruk te gebruiken aan de niet-geopereerde kant. Wanneer u geen klachten meer heeft, gaat u verder zonder krukken. Extreme belasting zoals intensief sporten en zwaar werk is de eerste drie à vier weken af te raden. Bal- en contactsporten, zoals voetbal of judo, kunt u één à twee maanden na de operatie beter niet doen. Overleg met uw arts wanneer u welke sport weer gaat doen.
 
Indien er een kraakbeenherstel operatie is uitgevoerd (opboren) mag u het geopereerde been gedurende 4-6 weken niet belasten en dient u met 2 elleboogskrukken te lopen.
Het drukverband mag u 24 uur na de operatie zelf weer verwijderen. Eventuele hechtingen mogen na 1 week verwijderd worden bij de huisarts.
 
Traplopen doet u kort na de operatie door middel van aansluitpassen:
Trap op: zet eerst het niet-geopereerde been op de volgende trede en sluit daarna het geopereerde been aan.
Trap af: plaats het geopereerde been als eerste op de volgende trede en sluit het niet geopereerde been aan.
 
Herstel
Gemiddeld duurt de revalidatie na een kijkoperatie 2 tot 6 weken. In overleg met de behandelend arts kunt u zittend werk na ongeveer 2 weken weer oppakken en zwaarder werk na ongeveer 4 tot 6 weken. De eerste weken heeft u geen fysiotherapie nodig, tenzij de chirurg anders aangeeft. Voor een snel herstel en om complicaties te voorkomen is het van belang dat u thuis zelf oefent. De oefeningen die u vanaf de eerste dag na uw operatie dringend dient uit te oefenen wordt besproken met de specialist.