Diagnose heupdysplasie

Onderzoek

Het is belangrijk dat heupdysplasie in een vroeg stadium wordt ontdekt. Daarom worden baby's direct na de geboorte onderzocht. Ook op de consultatiebureaus vinden deze onderzoeken plaats. Als de arts de afwijking vermoedt, is aanvullend onderzoek noodzakelijk. Echografie en röntgenonderzoek kan al in de eerste maanden worden verricht. Zodra een heupdysplasie wordt geconstateerd, moet de behandeling beginnen. Onder de leeftijd van drie maanden geneest heupdysplasie soms spontaan en is behandeling niet altijd nodig.

Het kan zijn dat de heupkop al zo ver uit de kom is (heupluxatie), dat deze niet zomaar kan worden teruggeplaatst. Dan moet de heup onder narcose onderzocht worden. Soms is het nodig een röntgencontrastonderzoek van het gewricht (arthrogram) te maken om te beoordelen of er weefsel tussen de kop en de kom zit. Dit weefsel kan het terugplaatsen van de heup kop verhinderen. Op de operatiekamer wordt daarna direct een gipsbroek aangelegd.